“Later is allang begonnen”

Deze zin zag ik laatst staan op de achterkant van een superleuk klein retro caravannetje, waar ik achter reed op de snelweg. Prachtig, dacht ik gelijk. Want, waarom zou je vrijheid, plezier en ontspanning uitstellen tot later?

De zin komt uit een liedje van Klein Orkest uit 1984. Ook toen al leefde blijkbaar de gedachte dat je niet moet vergeten om te genieten van het leven. “Sparend voor later ga je straks al sparend dood”, zingen ze in het zelfde liedje.

Precies dat geeft mijn twijfel weer over ‘sparen voor je pensioen’. En gezien het feit dat 1 op de 4 zelfstandigen (nog) niets voor zijn of haar pensioen heeft geregeld, ben ik niet de enige!

Omdat ik vind dat het belangrijk is om je bewust te zijn van de mogelijkheden én denk dat je nu ook meer vrijheid kunt ervaren door niet weg te kijken en een plan te maken voor later, ben ik gestart met deze zomerserie over pensioen voor ondernemers.

In deze aflevering leg ik kort uit wat het Nederlandse pensioenstelsel inhoudt. Vervolgens laat ik je kennismaken met de meest traditionele aspecten van pensioensparen voor ondernemers en de fiscale voordelen hiervan. Bij dit blog hoort ook een podcast, waarin je kunt je luisteren naar het interview dat ik had met Sjaak Zonneveld van Bright Pensioen. Bright Pensioen is een social enterprise, een organisatie die het traditionele pensioensparen nét even op een andere manier aanpakt. Het werd een inspirerend gesprek, je kunt het hier beluisteren.

Het Nederlandse pensioenstelsel

In Nederland bestaat het pensioenstelsel uit drie onderdelen, de zogenaamde ‘pijlers’ van het ‘pensioengebouw’.

De eerste pijler is de AOW uitkering, een basis oudedagsvoorziening waarop iedere Nederlander recht heeft en die ingaat op de leeftijd van 67 jaar (vanaf 2024).

De tweede pijler is het pensioen dat door werknemers wordt opgebouwd vanuit hun dienstbetrekking. Deze vorm van pensioen is de oudste vorm, en is ontstaan vlak voor de 20e eeuw. Mensen die naar de stad verhuisden om in fabrieken te werken, misten een vangnet als ze te oud waren om te werken. Vanuit de fabriek werd dan een vergoeding gegeven voor levensonderhoud van het gezin of bij overlijden aan de nabestaanden

De derde pijler is de opbouw van pensioen via aanvullende individuele pensioenverzekeringen. Als ondernemer ben je voor het traditionele  pensioen hierop aangewezen.

De derde pijler dus. Maar hoe ziet dat er in de praktijk dan uit?

Als ik het heb over het traditionele pensioen, dan doel ik op het fiscaal vriendelijk opbouwen van een pensioenspaarpot, waaruit je vanaf een bepaalde leeftijd periodieke uitkeringen ontvangt. Voor ondernemers zijn er de volgende mogelijkheden:

  • Lijfrente
    De meest voorkomende manier van pensioensparen is het storten van lijfrente. Je stort eenmalig of periodiek bij een verzekeraar of pensioeninstelling een bedrag. Met de gestorte bedragen wordt door middel van rendement een vermogen opgebouwd, dat op de afgesproken datum vrij komt om er een lijfrente van te kopen die periodiek uitkeert. Dit noem je de ‘klassieke lijfrente’. Wanneer er sprake is van een pensioengat (als je naar verhouding van je inkomen te weinig pensioen hebt opgebouwd in de afgelopen jaren), heb je jaarruimte of reserveringsruimte. Binnen deze ruimte is de lijfrentestorting aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Bedenk dus dat je van je lijfrentestortingen op deze manier een deel terugkrijgt van de overheid via de inkomstenbelasting.

 

  •  Banksparen
    Een wat nieuwere vorm van het fiscaal aantrekkelijk opbouwen van vermogen is banksparen voor pensioen. Je legt je geld dan niet in bij een verzekeraar, maar stort het op een spaarrekening die voor een afgesproken tijd is geblokkeerd. Het wordt ook wel een ‘bancaire lijfrente’ genoemd. Toen er nog rente te verdienen was met sparen, was dit een aantrekkelijk alternatief. Er zijn minder kosten aan verbonden en je hebt de mogelijkheid om (hoewel fiscaal niet aantrekkelijk), het spaargeld alsnog op te nemen voor een ander doel. Ook bij deze vorm van lijfrente is de storting binnen de jaarruimte of reserveringsruimte aftrekbaar.

 

  • Oudedagsreserve
    Zeker niet mijn favoriet, maar ik wil hem toch noemen: de oudedagsreserve, ook wel bekend als fiscale oudedagsreserve of FOR. Als ondernemer mag je jaarlijks een bepaald percentage van je winst ‘reserveren’ voor je oudedagsreserve. Fijn is dat je deze reservering mag aftrekken van je winst voordat er belasting over wordt berekend. Minder fijn is, dat het een administratieve reservering is. Het is niet nodig om daadwerkelijk een storting in een ‘potje’ te doen. Wat ik in de praktijk vaak zag gebeuren, was dat de ondernemer koos voor het belastingvoordeel op de korte termijn, maar zich niet voldoende realiseerde dat het alleen om uitstel van belasting ging. In combinatie met lijfrentestortingen kan de oudedagsreserve overigens wel heel goed werken! Vraag dus altijd om advies als je overweegt om via één van bovenstaande manieren aan je pensioenopbouw te werken.

 

Het nieuwe pensioen

Nu je kennis over het traditionele pensioenstelsel up to date is, ga ik in het volgende blog van deze reeks meer in op alternatieve vormen van het zorgen voor een zorgeloze oude dag.

Ben je na het lezen van deze blog nieuwsgierig naar de mogelijkheden voor jouw pensioenopbouw, luister dan zeker naar de podcast. 

Wil je niks missen van deze zomerblogreeks, dan kun je je aanmelden voor onze algemene nieuwsbrief. De volgende delen ontvang je dan gewoon in je inbox.

Mocht je vragen over hebben of na het lezen op willen reageren, dan kan dat! Super leuk om van je te horen. Stuur ons een bericht via support@hartvooradministratie.nl en dan nemen we je vraag misschien mee in een volgend blog.